woensdag 3 april 2013

Geboren vrienden of vijanden?

"[...] zelfs als elk verdrag stipt zou worden nageleefd blijven de Utopianen toch vinden dat het niet juist is dat volkeren met elkaar verdragen sluiten, want daardoor gaan ze denken dat ze van nature vijanden zijn (alsof er geen natuurlijke band zou bestaan tussen volkeren die vlak bij elkaar wonen en alleen door een heuvel of rivier van elkaar gescheiden zijn) en geloven ze dat ze het volste recht hebben om elkaar naar het leven te staan, tenzij zo'n verdrag dat verhindert." (p. 125-126)


Thomas More, Utopia (vert. Paul Silverentand), Amsterdam: Athenaeum-Polak & van Gennep 2008.


De Utopianen sluiten geen verdragen met andere volkeren, maar zij lenen wel bestuurders uit aan buurvolkeren voor een bepaalde periode. Omdat de bestuurders van Utopia in dat buurland niemand persoonlijk kennen en niets hebben aan geld als ze binnenkort weer moeten terugkeren - op het eiland Utopia is er immers geen privé-bezit - zijn zij onbevooroordeeld en onomkoopbaar. De buurvolkeren, die van hen regeerders lenen, noemen de Utopianen hun bondgenoten; alle andere volkeren, die door hen begunstigd worden, noemen zij hun vrienden. Zij vinden het onjuist om verdragen te sluiten, omdat volkeren van nature vrienden zijn. Volkeren die daarentegen wel verdragen sluiten, gaan er blijkbaar van uit dat mensen van nature vijanden zijn. Maar het heeft geen zin om verdragen te sluiten met iemand die van nature niet met een ander kan opschieten. Men kan immers niet verwachten dat hij dan ineens zijn slechte gevoelens opzij zal zetten. Iemand die steeds maar verdragen wil sluiten, laat blijken dat hij anderen als zijn vijanden beschouwt en is bijna nooit te vertrouwen. Zo iemand was bijvoorbeeld paus Alexander VI. Dat de paus, die de naam heeft gelovig te zijn, nooit op zijn woord geloofd kan worden, is toch wel het toppunt van hypocrisie. Maar onder de christelijke heersers van Europa is er bijna geen één die zich wel aan gesloten verdragen houdt. Bij de ondertekening daarvan houden zij uitgebreide en plechtige ceremonieën, maar dat is allemaal niet meer dan uiterlijke schijn. Want slimme juristen vinden altijd wel weer een bepaling in het verdrag die ruimte laat voor interpretatie. En sluwe politici hebben deze gaten er bewust in laten zitten, zodat de vorst altijd nog onder zijn afspraken uit kan komen.

Ambrosius Holbein, frontespice Utopia, 1518

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.